Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie ieder bestuur in Nederland. In augustus 2023 is onderzocht of de sturing door het bestuur op de kwaliteit van het onderwijs op de scholen op orde is.
Wat gaat goed?
Het bestuur heeft een duidelijke visie die verwoord is in het koersplan 'Samenwerken aan inclusiever en toekomstgericht onderwijs'. Dit koersplan is tot stand gekomen met inbreng van alle geledingen binnen het bestuur. Het bestuur gebruikt de filosofie van
verantwoordelijkheid laag in de organisatie leggen.
De thema's uit het strategisch beleidsplan zullen in de nieuwe schoolplannen 23-27 door de scholen vertaald worden naar schoolspecifieke doelen en ambities. Dit proces vindt plaats op alle scholen.
Alle geledingen bij de stichting hebben gewerkt met een platform om een samenwerkingscultuur tot stand te brengen.
De samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs heeft bestuurlijk vorm gekregen.
Het financieel beheer van de stichting is in orde. Het bestuur begroot beleidsrijk door middelen te koppelen aan de beleidsdoelen en investeringen.
Wat kan beter?
De doelen in het koersplan zijn onvoldoende gericht op de basisvaardigheden en kunnen concreter geformuleerd worden.
Het creëren van een doorgaande lijn tussen de kinderopvang en de basisschool is erg situationeel afhankelijk, waardoor de doorgaande lijn voor- en vroegschoolse educatie verbeterd kan worden.
De informatiewaarde van een aantal onderdelen van de continuïteitsparagraaf in het jaarverslag kan worden verbeterd.
Het bestuur moet er voor zorgen dat alle scholen voldoen aan de wettelijke
burgerschapsopdracht.
Klik hier voor het volledige rapport
Vervolgacties
Het bestuur heeft de bevindingen van de Inspectie verwerkt in haar jaarplan.